Vanuit het stedelijke rumoer
Vanuit het stedelijke rumoer
In de stilte van een klooster
Vanuit de regen
In het zachtjes druppelen
Van liederen en gebeden
Het bedachtzaam schuifelen van velen
Vanuit een plaats met oordelen
Naar een plaats met ruimte
Van een plaats zonder het één
Naar een plaats als geen ander
Van een dorst nooit gelest
Naar het eten in stilte,
Van het zoeken naar een doel
Naar het vinden van een weg.
Daryl
Ontvankelijk worden
In stilte ontvankelijk worden voor wat ontroert en raakt:
Een woord, een lied
Een biddende valk
Een bloeiende boom
Een warm gesprek
Gedragen door het ritme van het klooster en de zorg van de zusters
Ontstaat ruimte om te ervaren
wat zich langzaam onthult.
Donker en licht vragen beide
gezien en omarmd te worden.
Dat ze me zullen helpen om met kracht en liefde mijn weg te gaan.
Assisi aan de Maas
Megen
Clarissenklooster
stilte in de storm vinden
getijdengebeden
psalmgebeden
hymnes
oude boeken
Jezus
mystici
Franciscus
Clara
de rijkheid van taal
oude teksten
poëetenhart dat zwijmelt
gezang van kloosterzusters
zwijgend sprekend hart
ik die eigenwijs
het onuitspreekbare
onnoembare
toch
woorden tracht te geven
achter mij glimlacht
de onnoembare
ik wist het wel
natuurlijk
zij weer
we grijnzen samen
ik geef je stem
geef je woorden
eigenwijze geliefde
in de stilte en
in het lawaai van de wereld
die smacht naar jouw stille zijn
reis ik
alle dagen
met je mee.
Anneke maart 2019
Stiller dan stil
Stiller dan stil moet het zijn
in mijn diepste wezen,
maar luider dan luid
is het geraas om mij heen.
Stilte zoek ik
als de grote schat
verborgen in de akker
van mijn eindig bestaan.
Soms als het lawaai
van buiten en binnen loeit
weet ik nauwelijks wie ik ben
en wie ik worden zal.
Als ik dan mijn ogen sluit
en inkeer op een uniek moment,
dan wordt het zacht in mij
en teer en goed en fijn,
dan raak ik even soms
aan dat geheim van
goddelijkheid, verborgen
in mijn eigen ziel.
Dan adem ik dat leven
in en uit, in en uit.
Dan is er enkel ZIJN
en ZIJN en ZIJN in mij.
Dan weet ik weer,
al is het even maar,
dat ik die stilte bén,
dat goddelijk geheim.
Ricky Rieter
Als ik stil ben, weet ik mij in U
“Als ik bij U ben, wordt het stil.” Ik kan het ook omdraaien: Als ik stil ben, weet ik mij in U.
Heel mooie stille dagen waren het, vol rust, vrede en liefde.
Nu na twee hectische dagen is het al weer moeilijk dit vast te houden. Toch kan ik altijd weer naar die stilte terugkeren, elk moment van de dag, bij elke ontmoeting.
Zelf schreef ik aan het eind van deze stille week:
Jij Ene, Eeuwige,
die naar mij afdaalt
mij opneemt
mij optilt
omgeeft.
opgenomen in Jouw Drie-eenheid.
En met mij
allen met wie ik verbonden ben,
die aan mij vastzitten:
mijn man, de kinderen, hun partners, de kleinkinderen.
Ook de aarde, de grond,
planten, bloemen, bomen, dieren.
heel de schepping.
Alles opgenomen in Jouw oneindige Liefde.
Alles was goed
alles is goed
alles zal goed zijn.
Dank voor de diepe vrede en rust.
Dank voor alles.
Marian
De bron
De bron
ligt diep verborgen
in mijn eigen aarde
Ik hoor haar wel
maar zie haar niet
Ik zit en wacht
De bron slaapt
in mijn eigen schoot
een lange nacht
Word wakker
bron van leven
de vogels fluiten
’t is dag!
Ik zit bij de bron:
die van de nacht
en die van de dag
en wacht!
Ricky Rieter
Kloosterstilte
de schemer valt, verstomt
de taal van vogels rond
de kloosterplas
in de verte dooft een hoeve
haar vensters, blaft nog laat
een waakzame hond
dan wordt het stil, raakbaar stil
zwijgt alles in en om me heen
rust mijn blik op de vage einder
tast naar wat onzegbaar is
Bert van der Linden
De moerbeitoppen ruischten
De moerbeitoppen ruischten
God ging voorbij;
Neen, niet voorbij, hij toefde;
Hij wist wat ik behoefde,
En sprak tot mij;
Sprak tot mij in de stille,
De stille nacht;
Gedachten, die mij kwelden,
Vervolgden en onstelden,
Verdreef hij zacht.
Hij liet zijn vrede dalen
Op ziel en zin;
‘k Voelde in zijn’ vaderarmen
Mij koest’ren en beschermen,
En sluimerde in.
De morgen, die mij wekte
Begroette ik blij.
Ik had zo zacht geslapen,
En Gij, mijn Schild en Wapen,
Waart nog nabij
Nicolaas Beets
Ziel, zoeken moet je jezelf in Mij
Ziel, zoeken moet je jezelf in Mij,
en Mij moet je zoeken in jezelf
Zo heeft, o ziel, de liefde
jouw beeld in Mij kunnen prenten
dat geen wijs schilder
met al zijn meesterschap
dat beeld zou kunnen maken
Jij werd uit liefde geschapen,
mooi, knap en zo diep
in mijn binnenste getekend.
Als jij jezelf verliest, mijn lief,
zoek jezelf dan in Mij.
Ik weet, als jij je ooit zou vinden
getekend in mijn hart
en zo naar het leven uitgebeeld
dat het je verheugen zou,
bij het zien van jezelf
je zo prachtig getekend te zien.
En mocht je soms niet weten
waar je Mij zult vinden
dwaal dan niet van hier naar ginds
maar als je mij vinden wilt
moet je Mij in jezelf zoeken,
want jij bent mijn onderdak,
jij bent mijn thuis en verblijf
en daarom klop Ik altijd bij je aan
wanneer Ik vind in jouw gedachten
de deur gesloten.
Buiten jezelf hoef je Mij niet te zoeken
want om Mij te vinden
zal het genoeg zijn Mij alleen maar te roepen.
Ik zal dan zonder talmen naar jou toegaan
en Mij moet je zoeken in jezelf.
Teresa van Avila